diff --git a/docs/usecase/h/5- De data in het prototype.md b/docs/usecase/h/5- De data in het prototype.md index d512c4b..6bfaeee 100644 --- a/docs/usecase/h/5- De data in het prototype.md +++ b/docs/usecase/h/5- De data in het prototype.md @@ -15,13 +15,13 @@ In de prototype-fase heeft men het focusgebied Traviataweg in Hoogvliet geselect Bij het opstellen en/of aanvullen van BIM-modellen maakt men gebruik van specifieke software. Aangezien de vergunningscontroleservice geen software wil voorschrijven is hier gekozen voor een universeel uitwisselformaat. Het uitwisselformaat van de BIM-modellen is het open-standaard-formaat IFC. De ontwikkeling is in beheer bij BuildingSMART. Bij deze pilot is gewerkt met twee versies. Namelijk IFC 2x3 en IFC 4.1.
-Image +Image
Uitwisselstandaard IFC
Voor GEO-informatie geldt ander uitwisselformaat. Rotterdam-3D is beschikbaar gesteld als CityGML-bestanden voor 3D weergave en analyse in het prototype. In de viewer van de vergunningscontrole is het basismodel van Rotterdam-3D hergebruikt. Dit wordt gedaan door het aanroepen van 3D-tiles (formaat GLTF, dat is onderdeel van de OGC standaard 3D Tiles) via een url. De datastroom van Rotterdam3D, is in het kort:
-Image +Image
Uitwisselstandaard GLTF
@@ -38,7 +38,7 @@ De datastroom is open en beschikbaar voor de Cesiumviewer van de vergunningscont Om de BIM-modellen goed te kunnen begrijpen moeten deze modellen uitgewerkt worden volgens bepaalde modelleer-standaarden. Dit zijn minimale vereisten voor de opbouw en invulling van de IFC-bestanden. Deze vereisten noemt men Informatie Levering Specificatie (ILS). In dit prototype gaat men uit van de BIM basis ILS, en de ILS Ontwerp & Engineering (O&E) van het digiGO BIM-Loket. Dit zijn landelijke standaarden. Deze worden vaak gehanteerd in de praktijk. De inhoud van BIM-modellen die men met deze uitvraag van deze ILS-standaarden bereikt is echter niet volledig toereikend voor de beoordeling omgevingsvergunning. Niet alle data die benodigd is voor toetsing is in de genoemde ILS-specificaties opgenomen. Hierdoor is het noodzakelijk een aanvullende Informatie Leverings Specificatie (ILS) naast de BIM basis ILS en de ILS O&E uit te vragen, voor nu een Rotterdamse ILS. De specificaties in deze uitvraag zullen nader geformuleerd moeten worden en separaat uitgevraagd moeten worden bij de aanlevering van BIM-modellen voor gewenste toetsing. Voor het prototype is dit gedaan voor de usecases die behandeld worden. In de toekomst zal deze Rotterdamse ILS uitgebreid moeten worden voor volledige toetsing van aanvragen. In de toekomst dient de ILS t.b.v. de vergunningscontroleservice ook een landelijke standaard te worden, bijvoorbeeld als onderdeel van de indieningsvereisten in het Digitaal Stelsel Omgevingswet.
-Image +Image
BIM Basis ILS, ILS O&E en een fictieve DSO-ILS
@@ -49,7 +49,7 @@ Objecten komen binnen Rotterdam voor in verschillende registraties. In het proto Bijvoorbeeld: De brandkraan gedefinieerd in IMBOR is een subtype van Put en kan uitgewisseld worden met het IMGEO-put. In het IMKL is de Brandkraan een leidingelement en iets anders dan een put. De vraag komt op hoe dit gemapped kan worden aan elkaar. Dit werd in dit prototype niet duidelijk. Ook tussen BOR en BGT zijn er dit soort afstemmingsissues die opgelost moeten worden. Hierin worden links en mappingen voorzien naar andere standaarden/OTL’en.
-Image +Image
NEN 3610 reeks
@@ -83,7 +83,7 @@ Voor het maken van linked data zijn de stappen gevolgd die zijn beschreven door 6) Consumeren van de data in visualisatie
-Image +Image
De 6 stappen in het maken van linked data volgens PLDN
diff --git a/docs/usecase/h/6- De uitwerking van de use-cases.md b/docs/usecase/h/6- De uitwerking van de use-cases.md index 9bbcc2a..3ee76f8 100644 --- a/docs/usecase/h/6- De uitwerking van de use-cases.md +++ b/docs/usecase/h/6- De uitwerking van de use-cases.md @@ -4,7 +4,7 @@ ## Use-case 1: Bluswatervoorziening 1) Om deze use-case op te lossen is eerst gezocht naar de brandweeringang x,y,z in de BIM-database. Met een query wordt in het IFC-model opgezocht waar de brandweeringang(en) zich bevind(t)(en) en in het 3D-model helder gepresenteerd met rood gemarkeerde deur.
-Image +Image
Brandweeringang in IFC rood gemarkeerd
@@ -12,7 +12,7 @@ Bij de uitwerking is bij deze stap gekozen om binnen een straal van 100 m (rood) de gegevens te visualiseren in plaats van 40 m (blauw). Hoe meer gegevens je ophaalt, hoe trager het systeem dus hier dient een optimum gevonden te worden tussen prestaties en bruikbaarheid. Met 100 m is genoeg van de omgeving te zien voor een goed overzicht en inzicht voor de gebruiker.
-Image +Image
Brandhydranten rond 40 m en 100 m van de brandweeringang(en) van de bouwaanvraag
@@ -21,14 +21,14 @@ docs\usecase\h\media\ 4) Voor deze bepaling is het berekeningsraster van 0,5 x 0,5 m aangehouden. Dit zie je terug in de visualisatie van de afstand door de zigzaglijn. Dit heeft een invloed op de afstandsbepaling, maar voor nu ingeschat als gering. Een fijner raster geeft een iets nauwkeurigere uitkomst, maar zorgt ook voor een iets langere rekentijd. Tijdens de uitwerking van deze stappen was in eerste instantie het bouwplan zelf niet als obstakel meegenomen. De brandslang mag niet door de tuin van de buren gaan en/of door de aangrenzende of eigen woning. Deze uitdaging is opgelost in het prototype, het eigen gebouw wordt nu ook als obstakel meegenomen.
-Image +Image
Obstakels tussen brandhydrant en brandweeringang
De lijnen van brandweeringang tot aan brandhydrant worden per kavel bepaald en de lengte van deze lijnen berekend. Als er geen lijn korter dan 40 m van brandhydrant naar brandweeringang bestaat kleurt het kavel rood en voldoet het bouwplan niet aan de eis, wanneer dit wel het geval is wordt hij donkergroen weergegeven.
-Image +Image
Obstakels tussen brandhydrant en brandweeringang
@@ -36,7 +36,7 @@ De lijnen van brandweeringang tot aan brandhydrant worden per kavel bepaald en d Voor de usecase welstand controleert de vergunningscontroleservice of het bouwinitiatief de stedenbouwkundige structuur herkenbaar houdt en deze niet verstoort. Ook of de maat en schaal is afgestemd op de omliggende bebouwing en de stad als geheel. Ondanks dat de usecase met de gebruikers is opgesteld en afgestemd kwamen we gezamenlijk tot de conclusie dat de gevraagde toetsing wel interessant is, maar eerder voor de afdeling stedenbouw relevant is en minder voor welstand. Het in 3D samenbrengen van aanvraag eis een zeer interessant onderdeel voor welstand ondanks dat dit niet direct onderdeel is van de usecase. Zo bleek vaker dat nu er een prototype is er beter inzicht ontstaat over de mogelijkheden en het daadwerkelijk praktisch nut voor eindgebruikers.
-Image +Image
#d BIM model gepositioneerd in de 3D Digitale Stad
@@ -45,7 +45,7 @@ Naast de dakhelling maakt de vergunningscontroleservice ook inzichtelijk welke o In onderstaande figuur is te zien dat de helling van alle daken in de aanvraag wordt bepaald en in een staafdiagram per categorie weergegeven. De toets of de oriëntatie past bij de omringende bebouwing is op een zelfde manier gedaan.
-Image +Image
#d BIM model gepositioneerd in de 3D Digitale Stad
@@ -62,7 +62,7 @@ Dit wordt ingelezen op basis van een puntenwolk op de locatie gecreëerd door dB 3) De te toetsen geluidseis geldt alleen bij bepaalde gebruiksfuncties, voornamelijk verblijfsruimte, en voor gevels grenzend aan deze verblijfsruimten. Deze worden opgehaald uit het IFC-model en samen met de puntenwolk weergeven.
-Image +Image
Geluidsbelasting op de gevel
@@ -76,7 +76,7 @@ Voor het prototype hebben bleek dat niet alle gevelelementen een bepaald geluids Gezien de versimpeling in de stappen is ook bij deze stap een versimpeling aangebracht. De uitgewerkte methode komt neer op de eisstelling voor de gevel, bijvoorbeeld een geluidbelasting van 63 dB en een maximaal toegestaan geluidniveau binnen van 33 dB. Dit geeft 63 dB – 33 dB = geluidwering minimumeis van 30 dB. De vergunningscontroleservice kijkt of de relevante elementen in de gevel minder geluidwering bezitten dan deze 30 dB. Wanneer dit zo is wordt geconcludeerd dat niet kan worden voldaan. De zwakke elementen worden gevisualiseerd, met rood aangegeven, en per verblijfsgebied wordt aangegeven of wordt voldaan, blauw aangegeven. In de praktijk is dit een te grote versimpeling in de meeste gevallen. Wanneer stap 1 en stap 5 verbeterd kunnen worden, lijkt de usecase veel potentieel te hebben.
-Image +Image
Geluidsresultaat van de gevel en achterliggende ruimtes.
@@ -88,7 +88,7 @@ Vanuit het BIM-model berekent de service de hoeveelheid de toe te voegen functie Hier wordt getoetst en weergegeven of de aanvraag de hoeveelheid toegestane m2 overschrijft. Is dit het geval dan wordt aangegeven dat niet wordt voldaan. Daarnaast waren nog wat interessante zijsporen uitgewerkt zoals een overzicht aan “vrij ruimte” per functie in het bestemmingsplan. Hier is met staafdiagrammen weergegeven hoeveel m2 van een bepaalde functie nog toegestaan wordt in een bestemmingsplan.
-Image +Image
Geluidsresultaat van de gevel en achterliggende ruimtes.
@@ -103,7 +103,7 @@ Op basis van de digitale stad wordt bepaald welke wegen rond het bouwplan liggen In het BIM-model is aangegeven wat de constructieve elementen zijn, de relevante elementen worden weergegeven.
-Image +Image
Wegen rond een bouwaanvraag en de constructieve elementen van de bouwaanvraag.
@@ -115,7 +115,7 @@ Het meenemen van de helling werd een te complexe berekening, dit is daarom in di Per relevant element wordt de potentiële botskracht getoond. De formule is dusdanig opgebouwd dat voor afstanden langer dan 10 meter van rijbaan tot constructief element geen kracht meer bestaat. Om toch resultaat te tonen is daarom deze afstand op 30 meter gezet. Om als gebruiker inzicht in de gehanteerde uitgangspunten en formule te hebben is bij deze usecase dit gevisualiseerd. Dit is een goede manier gebleken om gebruikers inzicht te geven in de stappen.
-Image +Image
Aanrijbelasting tot constructief element
@@ -127,7 +127,7 @@ In het prototype is gebruik gemaakt van datagedreven regelgeving, voor mens en m De eis voor brandveiligheid ziet er in proza als volgt uit: “De afstand tussen een bluswatervoorziening als bedoeld in het eerste lid en een brandweeringang als bedoeld in artikel 6.36, eerste lid, is ten hoogste 40 m.”. Deze wet ziet er als datagedreven uit zoals hieronder weergegeven. Elke “bol” in het model is een bepaalde bewerking, geschreven in SPARQL, van de data die nodig is om de wet te toetsen. Zo staat in één bol de beschrijving waarmee de brandweeringang in het BIM-model gezocht kan worden en in een andere bol de zoekfunctie voor de brandhydrant. In een andere bol de regel voor het berekenen van de afstand, en in een volgende bol de regels voor visualisatie. Het idee is dat deze datagedreven regel samen met de wetgeving in proza bestaat. Verandert de wetgeving? Dan zal de query ook moeten veranderen. Als men de datagedreven regel verandert zal de vergunningscontroleservice deze direct doorvoeren in de controles. Voor elke usecase is een datagedreven wetgeving beschikbaar.
-Image +Image
Datagedreven regelgeving